-

Arbeidsongeval: pleidooi voor matiging boete niet gehonoreerd

Arbeidsongeval: pleidooi voor matiging boete niet gehonoreerd

In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak d.d. 25 mei 2016 geeft de Afdeling een mooi overzicht van het oude en nieuwe beleid ten aanzien van de mogelijke matigingsgronden in geval van boeteoplegging wegens overtreding van de arbowetgeving. Bovendien bevestigt de Afdeling dat de matigingsgronden niet cumulatief mogen worden toegepast. Zover zo goed. Helaas voor de werkgever wordt het pleidooi voor matiging van de boete in dit geval niet gehonoreerd. De lat voor de werkgevers wordt hoog gelegd.

Wat was er aan de hand? Er heeft zich een arbeidsongeval voorgedaan waarbij de hand van een mentorchauffeur bekneld is geraakt tussen twee containers toen een tweede chauffeur op de container(s) klom. Dit heeft geresulteerd in blijvend letsel. De Inspectie SZW verwijt de werkgever in essentie dat hij het gevaar van beknelling onvoldoende heeft voorkomen en legt een boete op van EUR 36.000,-. Bezwaar, beroep en hoger beroep mogen niet baten; de boete blijft overeind.

Inventarisatie risico's

De werkgever betoogt in de eerste plaats dat het slachtoffer zich niet aan de werkinstructie heeft gehouden waaruit zou volgen dat hij als mentorchauffeur alleen toezicht mocht houden op de werkzaamheden van de andere chauffeur. Een werkinstructie waaruit dat blijkt is echter niet overgelegd. Bovendien heeft het slachtoffer verklaard dat hij ook helpt met het los en vast maken van containers. Het ongeval was daarom voorzienbaar en werkgever had dit risico moeten inventariseren.

Voldoende instructies

De instructie dat contact moest worden gezocht met collega's alvorens de belading te bedienen, acht de Afdeling te algemeen en ziet bovendien niet op beknellingsgevaar. Voorts is niet van belang dat het slachtoffer van zijn vorige werkgever instructies heeft gehad.

Adequaat toezicht

Van de werkgever wordt niet verlangd dat hij permanent toezicht houdt op een mentor, maar er moet bij tijd en wijle toezicht worden gehouden. Daarvan is niet gebleken.

Evenredigheidsbeginsel

Er bestaat tenslotte geen (aanvullende) grond voor matiging op basis van het evenredigheidsbeginsel wegens dezelfde omstandigheden die reeds op grond van het beleid niet tot matiging kunnen leiden.

Moraal van het verhaal: een beroep op de matigingsgronden wordt niet snel gehonoreerd. Het is van belang om:

  • alle mogelijke risico's goed in kaart te brengen;
  • en daarop toegespitste werkinstructies op te stellen; en
  • om bij 'tijd en wijle' toezicht te houden.